SV | En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, [en] grote duisternis viel op hem. |
WLC | וַיְהִ֤י הַשֶּׁ֙מֶשׁ֙ לָבֹ֔וא וְתַרְדֵּמָ֖ה נָפְלָ֣ה עַל־אַבְרָ֑ם וְהִנֵּ֥ה אֵימָ֛ה חֲשֵׁכָ֥ה גְדֹלָ֖ה נֹפֶ֥לֶת עָלָֽיו׃ |
Trans. | wayəhî haššemeš lāḇwō’ wəṯarədēmâ nāfəlâ ‘al-’aḇərām wəhinnēh ’êmâ ḥăšēḵâ ḡəḏōlâ nōfeleṯ ‘ālāyw: |
En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, [en] grote duisternis viel op hem.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, [en] grote duisternis viel op hem.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!