SV | En God hoorde de stem van den jongen; en de Engel Gods riep Hagar toe uit den hemel, en zeide tot haar: Wat is u, Hagar? Vrees niet; want God heeft naar des jongens stem gehoord, ter plaatse, waar hij is. |
WLC | וַיִּשְׁמַ֣ע אֱלֹהִים֮ אֶת־קֹ֣ול הַנַּעַר֒ וַיִּקְרָא֩ מַלְאַ֨ךְ אֱלֹהִ֤ים ׀ אֶל־הָגָר֙ מִן־הַשָּׁמַ֔יִם וַיֹּ֥אמֶר לָ֖הּ מַה־לָּ֣ךְ הָגָ֑ר אַל־תִּ֣ירְאִ֔י כִּֽי־שָׁמַ֧ע אֱלֹהִ֛ים אֶל־קֹ֥ול הַנַּ֖עַר בַּאֲשֶׁ֥ר הוּא־שָֽׁם׃ |
Trans. | wayyišəma‘ ’ĕlōhîm ’eṯ-qwōl hanna‘ar wayyiqərā’ malə’aḵə ’ĕlōhîm ’el-hāḡār min-haššāmayim wayyō’mer lāh mah-llāḵə hāḡār ’al-tîrə’î kî-šāma‘ ’ĕlōhîm ’el-qwōl hanna‘ar ba’ăšer hû’-šām: |
En God hoorde de stem van den jongen; en de Engel Gods riep Hagar toe uit den hemel, en zeide tot haar: Wat is u, Hagar? Vrees niet; want God heeft naar des jongens stem gehoord, ter plaatse, waar hij is.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En God hoorde de stem van den jongen; en de Engel Gods riep Hagar toe uit den hemel, en zeide tot haar: Wat is u, Hagar? Vrees niet; want God heeft naar des jongens stem gehoord, ter plaatse, waar hij is.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!