SV | En het geschiedde na Abrahams dood, dat God Izak, zijn zoon, zegende; en Izak woonde bij den put Lachai-roi. |
WLC | וַיְהִ֗י אַחֲרֵי֙ מֹ֣ות אַבְרָהָ֔ם וַיְבָ֥רֶךְ אֱלֹהִ֖ים אֶת־יִצְחָ֣ק בְּנֹ֑ו וַיֵּ֣שֶׁב יִצְחָ֔ק עִם־בְּאֵ֥ר לַחַ֖י רֹאִֽי׃ ס |
Trans. | wayəhî ’aḥărê mwōṯ ’aḇərâām wayəḇāreḵə ’ĕlōhîm ’eṯ-yiṣəḥāq bənwō wayyēšeḇ yiṣəḥāq ‘im-bə’ēr laḥay rō’î: |
En het geschiedde na Abrahams dood, dat God Izak, zijn zoon, zegende; en Izak woonde bij den put Lachai-roi.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het geschiedde na Abrahams dood, dat God Izak, zijn zoon, zegende; en Izak woonde bij den put Lachai-roi.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!