SV | Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht. |
WLC | וְעֵינֵ֥י לֵאָ֖ה רַכֹּ֑ות וְרָחֵל֙ הָֽיְתָ֔ה יְפַת־תֹּ֖אַר וִיפַ֥ת מַרְאֶֽה׃ |
Trans. | wə‘ênê lē’â rakwōṯ wərāḥēl hāyəṯâ yəfaṯ-tō’ar wîfaṯ marə’eh: |
Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!