Genesis 30:20

SVEn Lea zeide: God heeft mij, mij [heeft Hij] begiftigd met een goede gift; ditmaal zal mijn man mij bijwonen; want ik heb hem zes zonen gebaard; en zij noemde zijn naam Zebulon.
WLCוַתֹּ֣אמֶר לֵאָ֗ה זְבָדַ֨נִי אֱלֹהִ֥ים ׀ אֹתִי֮ זֵ֣בֶד טֹוב֒ הַפַּ֙עַם֙ יִזְבְּלֵ֣נִי אִישִׁ֔י כִּֽי־יָלַ֥דְתִּי לֹ֖ו שִׁשָּׁ֣ה בָנִ֑ים וַתִּקְרָ֥א אֶת־שְׁמֹ֖ו זְבֻלֽוּן׃
Trans.watō’mer lē’â zəḇāḏanî ’ĕlōhîm ’ōṯî zēḇeḏ ṭwōḇ hapa‘am yizəbəlēnî ’îšî kî-yālaḏətî lwō šiššâ ḇānîm watiqərā’ ’eṯ-šəmwō zəḇulûn:

Algemeen

Zie ook: Lea, Zebulon

Aantekeningen

En Lea zeide: God heeft mij, mij [heeft Hij] begiftigd met een goede gift; ditmaal zal mijn man mij bijwonen; want ik heb hem zes zonen gebaard; en zij noemde zijn naam Zebulon.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תֹּ֣אמֶר

zeide

לֵאָ֗ה

En Lea

זְבָדַ֨נִי

mij begiftigd

אֱלֹהִ֥ים׀

God

אֹתִי֮

heeft mij

זֵ֣בֶד

gift

טוֹב֒

met een goede

הַ

-

פַּ֙עַם֙

ditmaal

יִזְבְּלֵ֣נִי

mij bijwonen

אִישִׁ֔י

zal mijn man

כִּֽי־

want

יָלַ֥דְתִּי

gebaard

ל֖

-

וֹ

-

שִׁשָּׁ֣ה

ik heb hem zes

בָנִ֑ים

zonen

וַ

-

תִּקְרָ֥א

en zij noemde

אֶת־

-

שְׁמ֖וֹ

zijn naam

זְבֻלֽוּן

Zebulon


En Lea zeide: God heeft mij, mij [heeft Hij] begiftigd met een goede gift; ditmaal zal mijn man mij bijwonen; want ik heb hem zes zonen gebaard; en zij noemde zijn naam Zebulon.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!