SV | En hij richtte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israels [is] God! |
WLC | וַיַּצֶּב־שָׁ֖ם מִזְבֵּ֑חַ וַיִּ֨קְרָא־לֹ֔ו אֵ֖ל אֱלֹהֵ֥י יִשְׂרָאֵֽל׃ ס |
Trans. | wayyaṣṣeḇ-šām mizəbēḥa wayyiqərā’-lwō ’ēl ’ĕlōhê yiśərā’ēl: |
En hij richtte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israëls [is] God!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En hij richtte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israëls [is] God!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!