Genesis 39:1

SVJozef nu werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch man, kocht hem uit de hand der Ismaelieten, die hem derwaarts afgevoerd hadden.
WLCוְיֹוסֵ֖ף הוּרַ֣ד מִצְרָ֑יְמָה וַיִּקְנֵ֡הוּ פֹּוטִיפַר֩ סְרִ֨יס פַּרְעֹ֜ה שַׂ֤ר הַטַּבָּחִים֙ אִ֣ישׁ מִצְרִ֔י מִיַּד֙ הַיִּשְׁמְעֵאלִ֔ים אֲשֶׁ֥ר הֹורִדֻ֖הוּ שָֽׁמָּה׃
Trans.wəywōsēf hûraḏ miṣərāyəmâ wayyiqənēhû pwōṭîfar sərîs parə‘ōh śar haṭṭabāḥîm ’îš miṣərî mîyaḏ hayyišəmə‘ē’lîm ’ăšer hwōriḏuhû šāmmâ:

Algemeen

Zie ook: Egypte, Farao, Hand (lichaamsdeel), Ismaelieten, Jozef (zn v. Jakob), Potifar
Genesis 37:28, Genesis 37:36, Psalm 105:17

Aantekeningen

Jozef nu werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch man, kocht hem uit de hand der Ismaelieten, die hem derwaarts afgevoerd hadden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

יוֹסֵ֖ף

Jozef

הוּרַ֣ד

afgevoerd

מִצְרָ֑יְמָה

nu werd naar Egypte

וַ

-

יִּקְנֵ֡הוּ

kocht

פּוֹטִיפַר֩

en Pótifar

סְרִ֨יס

een hoveling

פַּרְעֹ֜ה

van Faraö

שַׂ֤ר

een overste

הַ

-

טַּבָּחִים֙

der trawanten

אִ֣ישׁ

man

מִצְרִ֔י

een Egyptisch

מִ

-

יַּד֙

de hand

הַ

-

יִּשְׁמְעֵאלִ֔ים

der Ismaëlieten

אֲשֶׁ֥ר

die

הוֹרִדֻ֖הוּ

afgevoerd hadden

שָֽׁמָּה

hem derwaarts


Jozef nu werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch man, kocht hem uit de hand der Ismaelieten, die hem derwaarts afgevoerd hadden.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!