SV | Toen wendde hij zich om, van hen af, en weende; daarna keerde hij weder tot hen, en sprak tot hen, en nam Simeon van hen, en bond hem voor hun ogen. |
WLC | וַיִּסֹּ֥ב מֵֽעֲלֵיהֶ֖ם וַיֵּ֑בְךְּ וַיָּ֤שָׁב אֲלֵהֶם֙ וַיְדַבֵּ֣ר אֲלֵהֶ֔ם וַיִּקַּ֤ח מֵֽאִתָּם֙ אֶת־שִׁמְעֹ֔ון וַיֶּאֱסֹ֥ר אֹתֹ֖ו לְעֵינֵיהֶֽם׃ |
Trans. | wayyissōḇ mē‘ălêhem wayyēḇəḵḵə wayyāšāḇ ’ălēhem wayəḏabēr ’ălēhem wayyiqqaḥ mē’itām ’eṯ-šimə‘wōn wayye’ĕsōr ’ōṯwō lə‘ênêhem: |
Toen wendde hij zich om, van hen af, en weende; daarna keerde hij weder tot hen, en sprak tot hen, en nam Simeon van hen, en bond hem voor hun ogen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen wendde hij zich om, van hen af, en weende; daarna keerde hij weder tot hen, en sprak tot hen, en nam Simeon van hen, en bond hem voor hun ogen.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!