SV | Al de zielen, die met Jakob in Egypte kwamen, uit zijn heup gesproten, uitgenomen de vrouwen van de zonen van Jakob, waren allen zes en zestig zielen. |
WLC | כָּל־הַ֠נֶּפֶשׁ הַבָּאָ֨ה לְיַעֲקֹ֤ב מִצְרַ֙יְמָה֙ יֹצְאֵ֣י יְרֵכֹ֔ו מִלְּבַ֖ד נְשֵׁ֣י בְנֵי־יַעֲקֹ֑ב כָּל־נֶ֖פֶשׁ שִׁשִּׁ֥ים וָשֵֽׁשׁ׃ |
Trans. | kāl-hannefeš habā’â ləya‘ăqōḇ miṣərayəmâ yōṣə’ê yərēḵwō milləḇaḏ nəšê ḇənê-ya‘ăqōḇ kāl-nefeš šiššîm wāšēš: |
Al de zielen, die met Jakob in Egypte kwamen, uit zijn heup gesproten, uitgenomen de vrouwen van de zonen van Jakob, waren allen zes en zestig zielen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Al de zielen, die met Jakob in Egypte kwamen, uit zijn heup gesproten, uitgenomen de vrouwen van de zonen van Jakob, waren allen zes en zestig zielen.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!