Aantekeningen bij de Bijbel: Genesis 4:16

Genesis 4:16

SV	En Kain ging uit van het aangezicht des HEEREN; en hij woonde in het land Nod, ten oosten van Eden.
WLC	וַיֵּ֥צֵא קַ֖יִן מִלִּפְנֵ֣י יְהוָ֑ה וַיֵּ֥שֶׁב בְּאֶֽרֶץ־נֹ֖וד קִדְמַת־עֵֽדֶן׃
Trans.	wayyēṣē’ qayin millifənê JHWH wayyēšeḇ bə’ereṣ-nwōḏ qiḏəmaṯ-‘ēḏen:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, JHWH, Kain, Nod, Paradijs, Eden (hof v.)

In dit gedeelte is een opsomming van zeven geslachten van Kaïn. Opvallend is dat er een grote gelijkenis is, qua namen, met het geslachtsregister van Seth (zie Genesis 5:1 voor een verklaring van dit geslachtsregister):

קַ֫יִן	Kain	4:16	קֵינָן	Kenan	5:9
חֲנוֹךְ	Henoch	4:17	חֲנוֹךְ	Henoch	5:18
עִירָד	Hirad	4:18	יֶרֶד	Jered	5:15
מְחוּיָאֵל	Mechujael	4:18	מַהֲלַלְאֵל	Mahalal-el	5:12
מְתוּשָׁאֵל	Methusael	4:18	מְתוּשֶׁלַח	Methusalach	5:21
לֶמֶךְ	Lamech	4:18	לֶמֶךְ	Lamech	5:25
יָבָל - יוּבַל	Jabal en Jubal	4:20
תּוּבַל קַיִן - נַעֲמָה	Tubal-kain en Naema	4:21

Een verklaring kan zijn 1) dat deze namen toen gangbaar waren en daarom verder niet erachter gezocht moet worden. 2) Het was van oorsprong hetzelfde geslachtsregister, echter dan is het vreemd dat die niet geheel overeenkomt en dat de volgorde anders is.

Aantekeningen

En Kain ging uit van het aangezicht des HEEREN; en hij woonde in het land Nod, ten oosten van Eden.

ging uit van het aangezicht des HEEREN, "ging Kaïn bij de HEER vandaan" (NBV, NBV21) en waaruit blijkt dat hij het initiatief neemt.
het land Nod, of "het land van dwaling" en een duidelijke verwijzing dat Kaïn zal zwerven en dolen (Gen. 4:12, 14).
het land Nod, Opvallend is dat vermeld wordt dat het ten oosten ligt van het hof van Eden. 1) Sommige commentators stellen op basis van de namen van de rivieren dat dit hof in Syrië, Armenië gelegen moet hebben en stellen vervolgens dat dit land Nod dan in Irak zou liggen (SBOT). Het grote probleem hiermee is dat men dan ervan uitgaat dat de geografie voor de zondvloed exact hetzelfde was als na de zondvloed. 2) Anderen stellen dan ook dat het opgevat moet worden dat Kaïn verbleef in een land van "zwerven". Dat wil zeggen, zijn verblijf was nooit permanent, maar één van voortdurend zwerven van plaats naar plaats (U. Cassuto, p. 227).