Genesis 4:9

SVEn de HEERE zeide tot Kain: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet [het] niet; ben ik mijns broeders hoeder?
WLCוַיֹּ֤אמֶר יְהוָה֙ אֶל־קַ֔יִן אֵ֖י הֶ֣בֶל אָחִ֑יךָ וַיֹּ֙אמֶר֙ לֹ֣א יָדַ֔עְתִּי הֲשֹׁמֵ֥ר אָחִ֖י אָנֹֽכִי׃
Trans.wayyō’mer JHWH ’el-qayin ’ê heḇel ’āḥîḵā wayyō’mer lō’ yāḏa‘ətî hăšōmēr ’āḥî ’ānōḵî:

Algemeen

Zie ook: Abel, JHWH, Kain, Uitdrukkingen en gezegden

Aantekeningen

En de HEERE zeide tot Kain: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet [het] niet; ben ik mijns broeders hoeder?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zeide

יְהוָה֙

En de HEERE

אֶל־

tot

קַ֔יִן

Kaïn

אֵ֖י

Waar

הֶ֣בֶל

Habel

אָחִ֑יךָ

uw broeder

וַ

-

יֹּ֙אמֶר֙

En hij zeide

לֹ֣א

niet

יָדַ֔עְתִּי

Ik weet

הֲ

-

שֹׁמֵ֥ר

hoeder

אָחִ֖י

mijns broeders

אָנֹֽכִי

ik


En de HEERE zeide tot Kain: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet [het] niet; ben ik mijns broeders hoeder?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!