Genesis 50:11

SVAls de inwoners des lands, de Kanaanieten, dien rouw zagen op het plein van het doornbos, zo zeiden zij: Dit is een zware rouw der Egyptenaren; daarom noemde men haar naam Abel-mizraim, die aan het veer van de Jordaan is.
WLCוַיַּ֡רְא יֹושֵׁב֩ הָאָ֨רֶץ הַֽכְּנַעֲנִ֜י אֶת־הָאֵ֗בֶל בְּגֹ֙רֶן֙ הָֽאָטָ֔ד וַיֹּ֣אמְר֔וּ אֵֽבֶל־כָּבֵ֥ד זֶ֖ה לְמִצְרָ֑יִם עַל־כֵּ֞ן קָרָ֤א שְׁמָהּ֙ אָבֵ֣ל מִצְרַ֔יִם אֲשֶׁ֖ר בְּעֵ֥בֶר הַיַּרְדֵּֽן׃
Trans.wayyarə’ ywōšēḇ hā’āreṣ hakəna‘ănî ’eṯ-hā’ēḇel bəḡōren hā’āṭāḏ wayyō’mərû ’ēḇel-kāḇēḏ zeh ləmiṣərāyim ‘al-kēn qārā’ šəmāh ’āḇēl miṣərayim ’ăšer bə‘ēḇer hayyarədēn:

Algemeen

Zie ook: Abel-misraim, Abel-mizraim (plaats), Alon Atad, Egyptenaren, Jordaan, Kanaanieten, Rouw

Aantekeningen

Als de inwoners des lands, de Kanaänieten, dien rouw zagen op het plein van het doornbos, zo zeiden zij: Dit is een zware rouw der Egyptenaren; daarom noemde men haar naam Abel-mizraim, die aan het veer van de Jordaan is.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּ֡רְא

zagen

יוֹשֵׁב֩

Als de inwoners

הָ

-

אָ֨רֶץ

des lands

הַֽ

-

כְּנַעֲנִ֜י

de Kanaänieten

אֶת־

-

הָ

-

אֵ֗בֶל

dien rouw

בְּ

-

גֹ֙רֶן֙

op het plein

הָֽאָטָ֔ד

van het doornbos

וַ

-

יֹּ֣אמְר֔וּ

zo zeiden zij

אֵֽבֶל־

rouw

כָּבֵ֥ד

is een zware

זֶ֖ה

Dit

לְ

-

מִצְרָ֑יִם

-

עַל־

daarom

כֵּ֞ן

-

קָרָ֤א

noemde men

שְׁמָהּ֙

haar naam

אָבֵ֣ל

-

מִצְרַ֔יִם

Abel-Mizráïm

אֲשֶׁ֖ר

die

בְּ

-

עֵ֥בֶר

aan het veer

הַ

-

יַּרְדֵּֽן

van de Jordaan


Als de inwoners des lands, de Kanaanieten, dien rouw zagen op het plein van het doornbos, zo zeiden zij: Dit is een zware rouw der Egyptenaren; daarom noemde men haar naam Abel-mizraim, die aan het veer van de Jordaan is.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!