Handelingen 10:28

SVEn hij zeide tot hen: Gij weet, hoe het een Joodsen man ongeoorloofd is, zich te voegen of te gaan tot een vreemde; doch God heeft mij getoond, dat ik geen mens zou gemeen of onrein heten.
Steph εφη τε προς αυτους υμεις επιστασθε ως αθεμιτον εστιν ανδρι ιουδαιω κολλασθαι η προσερχεσθαι αλλοφυλω και εμοι ο θεος εδειξεν μηδενα κοινον η ακαθαρτον λεγειν ανθρωπον
Trans.ephē te pros autous ymeis epistasthe ōs athemiton estin andri ioudaiō kollasthai ē proserchesthai allophylō kai emoi o theos edeixen mēdena koinon ē akatharton legein anthrōpon

Algemeen

Zie ook: Kosher, Kashrut
Exodus 23:32, Exodus 34:15, Deuteronomium 7:2, Johannes 4:9, Johannes 18:28, Handelingen 11:3, Handelingen 15:8, Efeziers 3:6

Aantekeningen

En hij zeide tot hen: Gij weet, hoe het een Joodsen man ongeoorloofd is, zich te voegen of te gaan tot een vreemde; doch God heeft mij getoond, dat ik geen mens zou gemeen of onrein heten.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

εφη
hij zeide

-
τε
En
προς
tot
αυτους
hen
υμεις
Gij
επιστασθε
weet

-
ως
hoe
αθεμιτον
ongeoorloofd
εστιν
is

-
ανδρι
man
ιουδαιω
het een Joodsen
κολλασθαι
zich te voegen

-
η
of
προσερχεσθαι
te gaan tot

-
αλλοφυλω
een vreemde
και
doch
εμοι
heeft mij
ο
-
θεος
God
εδειξεν
getoond

-
μηδενα
dat ik geen
κοινον
zou gemeen
η
of
ακαθαρτον
onrein
λεγειν
heten

-
ανθρωπον
mens

En hij zeide tot hen: Gij weet, hoe het een Joodsen man ongeoorloofd is, zich te voegen of te gaan tot een vreemde; doch God heeft mij getoond, dat ik geen mens zou gemeen of onrein heten.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!