Handelingen 26:7

SVTot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag [God] dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd.
Steph εις ην το δωδεκαφυλον ημων εν εκτενεια νυκτα και ημεραν λατρευον ελπιζει καταντησαι περι ης ελπιδος εγκαλουμαι βασιλευ αγριππα υπο των ιουδαιων
Trans.eis ēn to dōdekaphylon ēmōn en ekteneia nykta kai ēmeran latreuon elpizei katantēsai peri ēs elpidos enkaloumai basileu agrippa ypo tōn ioudaiōn

Algemeen

Zie ook: Herodes Agrippa II, Nacht, Twaalf (getal)

Aantekeningen

Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag [God] dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

εις
Tot
ην
dewelke
το
-
δωδεκαφυλον
twaalf geslachten
ημων
onze
εν
geduriglijk
εκτενεια
-
νυκτα
nacht
και
en
ημεραν
dag
λατρευον
dienende

-
ελπιζει
verhopen

-
καταντησαι
te komen

-
περι
over
ης
welke
ελπιδος
hoop
εγκαλουμαι
word beschuldigd

-
βασιλευ
ik, koning
αγριππα
Agrippa
υπο
van
ιουδαιων
de Joden

Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag [God] dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!