Hooglied 1:7

ABVertel me, [jij] die zielsveel van mij houdt, waar jij [de kudde] weidt, waar je 's middags rust. Want waarom zou ik zijn als iemand die gesluierd ronddoolt bij de kudden van je vrienden?
SVZeg mij aan, [Gij], Dien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij [de kudde] legert in den middag; want waarom zou ik zijn als een, die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen?
WLCהַגִּ֣ידָה לִּ֗י שֶׁ֤אָהֲבָה֙ נַפְשִׁ֔י אֵיכָ֣ה תִרְעֶ֔ה אֵיכָ֖ה תַּרְבִּ֣יץ בַּֽצָּהֳרָ֑יִם שַׁלָּמָ֤ה אֶֽהְיֶה֙ כְּעֹ֣טְיָ֔ה עַ֖ל עֶדְרֵ֥י חֲבֵרֶֽיךָ׃
Trans.hagîḏâ llî še’âăḇâ nafəšî ’êḵâ ṯirə‘eh ’êḵâ tarəbîṣ baṣṣâŏrāyim šallāmâ ’ehəyeh kə‘ōṭəyâ ‘al ‘eḏərê ḥăḇēreyḵā:

Algemeen

Zie ook: Herder, Sluier, Ziel
Deuteronomium 12:5, Hooglied 3:1, Hooglied 3:2, Hooglied 3:3

Aantekeningen

Zeg mij aan, [Gij], Dien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij [de kudde] legert in den middag;
want waarom zou ik zijn als een, die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

הַגִּ֣ידָה

Zeg mij aan

לִּ֗י

-

שֶׁ֤

liefheeft

אָהֲבָה֙

-

נַפְשִׁ֔י

Dien mijn ziel

אֵיכָ֣ה

waar

תִרְעֶ֔ה

waar Gij weidt

אֵיכָ֖ה

-

תַּרְבִּ֣יץ

Gij legert

בַּֽ

in den middag

צָּהֳרָ֑יִם

-

שַׁ

-

לָּ

-

מָ֤ה

want waarom

אֶֽהְיֶה֙

-

כְּ

-

עֹ֣טְיָ֔ה

zou ik zijn als een, die zich bedekt

עַ֖ל

-

עֶדְרֵ֥י

bij de kudden

חֲבֵרֶֽיךָ

Uwer metgezellen


Zeg mij aan, [Gij], Dien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij [de kudde] legert in den middag;
want waarom zou ik zijn als een, die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!