AB | Als een lelie tussen de doornen, zo is mijn vriendin tussen de meisjes. |
SV | Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren. |
WLC | כְּשֹֽׁושַׁנָּה֙ בֵּ֣ין הַחֹוחִ֔ים כֵּ֥ן רַעְיָתִ֖י בֵּ֥ין הַבָּנֹֽות׃ |
Trans. | kəšwōšannâ bên haḥwōḥîm kēn ra‘əyāṯî bên habānwōṯ: |
Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren.
הַחוֹחִים haḥôḥîm is waarschijnlijk afgeleid van חוֹח ḥôḥ, "doornbos, doornstruiken, distels, doornen", (HALOT 296 s.v. I חוֹחַ; BDB 296 s.v. חוֹחַ) in plaats van חוֹח H02337 (ḥôḥ, "spleet"; HALOT 296 s.v. II חוֹחַ), eerder "als een lelie onder de doornen" dan "als een lelie onder de rotsspleten" waarbij het plaatje is van een mooie bloem die groeit in het midden van doornstruiken (2 Kon. 14:9 ; 2 Kron. 25:18, Job 31:40, Spr. 26:9, Jes. 34:13, Hos. 9:6) in plaats van een mooie bloem die groeit in het midden van rotsachtige uitstulpingen (1 Sam. 13:6; 2 Kron 33:11). Het Hebreeuwse woord is gerelateerd aan het Akkadische hahu en haiahu "doorn" en hahinnu "doornige planten" (AHW 1:308) en het Aramees hahhu (HALOT 296). De "doornstruik" is een distelplant (missch. Bekerkruid Poterium spinosum), die stekelige stekels bedekt met distels heeft, maar ook uitlopers mooie kleine rode bloemen (UBS, Fauna and Flora of the Bible, 184-185).
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!