Context
Literatuur
Vertalingen

Hooglied 2:4

Algemeen

Aantekeningen

Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij.

• wijnhuis, een huis van vreugde en blijdschap, een feestzaal waar wijn wordt gedronken; Voor andere verklaringen → Vertaalnotities
• Zijn banier over mij, 1) Allegorisch spreekt de banier van de Heer Jezus als de Overwinnaar, en van Zijn macht (cf. Ex. 17:15; Jes. 5:26; 11:10, 12). Hij heeft Zijn liefde bewezen door voor ons in de dood te gaan en ons daardoor te bevrijden van de angst voor de duivel: ‘In de liefde is geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit’ (1 Joh. 4:18). De banier spreekt behalve van overwinning, ook van eigendom. Het gebied waar een banier is, behoort toe aan de persoon die de banier daar heeft geplaatst. Als we naar boven kijken en we zien de banier, dan zien we Hem, de Overwinnaar, en we kennen Zijn liefde. Dan zijn we niet bang meer voor welke macht dan ook, die ons aan Hem zou kunnen ontrukken (cf.  Joh. 10:28-29). De banier van Zijn liefde is als het ware een omslagdoek waarin Hij ons helemaal heeft gewikkeld, waardoor we Zijn warmte en tevens bescherming en geborgenheid voelen. We mogen met vreugde in die liefde rusten; 2) Typologische en letterlijke verklaringen → Vertaalnotities

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij.

• בֵּית הַיָּיִן bêṯ hayyāyin, "Huis van de wijn" of "plaats van wijn") verwijst naar 1) een huis van vreugde en blijdschap, een feestzaal waar wijn wordt gedronken of 2) een wijngaard waar de druiven om wijn te produceren zijn gegroeid (HALOT 409 SV יַיִן). G.L. Carr is voorstander van de wijngaard vanwege de agrarische metaforen die in Hoogl. 2:1-5 worden genoemd. De meeste commentatoren denken echter aan een feestzaal vanwege de verwijzing naar אשישה "fles, rozijnenkoek" en de תפוח "appel" (vs. 5), die tijdens speciale banketten werden geserveerd in het oude Midden-Oosten (cf. 2 Sam. 6:19; Jes. 16:7, Hos. 3:1). Bovendien kan de uitdrukking בֵּית הַיָּיִן hier gelijk zijn aan de בֵּית מִשְׁתֵּה הַיַּיִן bêṯ mišətēh hayyayin, "huis van het drinken van wijn") in Esther 7:8 (HALOT 409 SV יַיִן).
• דגל "banier, vaandel"; Over de betekenis van de term דִּגְלוֹ (ḏiḡəlwō) zijn verschillende opvattingen, de belangrijkste zijn:
  • "Zijn banier over mij was liefde" waarbij zou verwijzen naar de banieren, vaandels (Num. 1:52, 2:2) of naar een bataljon, een legereenheid, of een deel van een stam waar de banier/vaandel hangt (Num. 2:3, 10, 17-18, 25, 31, 34, 10:14 , 18, 22, 25). De meeste vertalingen geven דִּגְלוֹ als "zijn banier" (SV, NBV, HSV, WV95, NBG51). Echter, de uitdrukking "Zijn banier over mij was liefde" is dan een raadselachtige uitdrukking.
  • "Serveer liefde voor mij!"; Delitzsch veranderd het zelfstandig naamwoord וְדִגְלוֹ ("zijn banier") als een imperatief van  וְדִגְלוּ "dienen, serveren" van de stam דָּגַל dagal, "om voedsel te serveren", dit komt overeen met het Akkadische dagalu II ("om voedsel te serveren"). Delitzsch vertaald de passage met: "Breng me naar de eetzaal en bedien me liefde ... want ik ben ziek van liefde." Dit wordt ondersteund door de LXX die geeft: εἰσαγάγετέ με εἰς οἶκον τοῦ οἲνου, τάξατε ἐπ 'ἐμὲ ἀγάπην (eisagágeté me eis oîkon toû oìnou, táxate ep 'emè agápēn, "Breng mij in het wijnhuis, en zet de liefde voor mij"). Echter R. Gordis wijst op de moeilijkheden met het voorstel van Delitzsch: a) De betekenis "dienen, serveren" voor דָּגַל komt niet voor in het Hebreeuws dus zou het leiden tot een hapax legomenon, b) je zou het voorzetsel לִי li ("voor mij") verwachten  in plaats van עָלַי ‘ālay ("over mij") na de gebiedende wijs, en c) De Akkadische parallel is onzeker.
  • "De banier boven mij is liefde" HALOT wil דִּגְלוֹ laten slaan op het Akkadische zelfstandig naamwoord diglu ("gezichtsvermogen, bekijken, kijken') en denkt dan aan de vlag of een uithangbord van een herberg (HALOT 213 SV דֶּגֶל). Deze benadering zou dan geven: "Hij bracht mij in het wijnhuis, en de banier boven mij is liefde".
  • "Zijn wens ten aanzien van mij was vrijen." M.H. Pope (Song of Songs [AB], 376-77) merkt op dat het Assyrische zelfstandig naamwoord diglu ook "wens" (nl. de wens of de intentie) kan betekenen (CAD 3:136) en vertaalt het vers als volgt: "Zijn bedoelingen waren om de liefde te bedrijven", "Zijn wens ten aanzien van mij was vrijen" (cf. G.L. Carr, Song of Solomon [TOTC], 91; G.L. Carr, JETS 25/4, p.495).

• Varianten Kennicott Vetus Testamentum Hebraicum (1780):
  

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!