Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
AB | 's Nachts op mijn bed zocht ik hem, die zielsveel van mij houdt.Ik zocht hem, maar ik vond hem niet. |
SV | Ik zocht des nachts op mijn leger Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet; [ik zeide]: |
WLC | עַל־מִשְׁכָּבִי֙ בַּלֵּילֹ֔ות בִּקַּ֕שְׁתִּי אֵ֥ת שֶׁאָהֲבָ֖ה נַפְשִׁ֑י בִּקַּשְׁתִּ֖יו וְלֹ֥א מְצָאתִֽיו׃
|
Trans. | ‘al-mišəkāḇî ballêlwōṯ biqqašətî ’ēṯ še’âăḇâ nafəšî biqqašətîw wəlō’ məṣā’ṯîw: |
Algemeen
Zie ook: Bed, Slaapkamer, Ziel
Hooglied 5:6
Aantekeningen
Ik zocht des nachts op mijn leger Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet; [ik zeide]:
- leger, of bed.
- Dien mijn ziel liefheeft, De Messiasbelijdende Jood "Tabaksblatt zegt over zijn ontdekking van Messias Jezus in de Tenach: ‘Ik heb Hem op haast elke bladzijde gevonden. Was Hij niet degene naar wie de tsaddikiem zo fel verlangen? Ik heb Hem gevonden, wien mijn ziel liefheeft’, met verwijzing naar Hooglied 3 vers 1–4" (S. Gerssen, Grensverkeer tussen kerk en Israël, portret van ds. S.P. Tabaksblatt, p. 59ev.).
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Ik zocht des nachts op mijn leger Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet; [ik zeide]:
- בָּקַשׁ bāqaš ww. “zoeken”; slaat op het fysiek zoeken van iemand (cf. 1 Sam. 13:14; 16:16; 28:7; 1 Kon. 1:2-3; Jes. 40:20; Ezech. 22:30; Esth. 2:2; Job 10:6; Spr. 18:1) (HALOT 152 s.v. בקשׁ). Echter het moge duidelijk zijn dat hier wordt bedoeld dat ze naar hem verlangt.
- מִשְׁכָּב miškāb "bed" is de algemene term voor een huwelijksbed (HALOT 646 s.v. מִשְׁכָּב; BDB 1012 s.v. מִשְׁכָּב) in tegenstelling tot עֶרֶש ʿereš "bank" (Hoogl. 1:16). Verschillende keren heeft מִשְׁכָּב miškāb "bed" openlijke seksuele connotaties, bv. ter aanduiding van de plaats van copulatie (Gen. 49:4, Lev. 18:22; 20:13, Num. 31:17, 35; Richt. 21:11, 12; Spr. 7:17; Jes. 57:7-8). Het zelfstandig naamwoord wordt gebruikt in de uitdrukking מִשְׁכָּב דֹּדִים miškāb dōdîm "liefdes-bed", met ook hier voor de hand liggende seksuele connotaties (Ezech. 23:17);
- בָּקַשׁ bāqaš ww. “zoeken”; zie boven.
____
- בַּלֵּילֹ֔ות MT; בלי]לות בלילותx4QCantb;
- בִּקַּ֕שְׁתִּי MT 4QCantb;
- אֵ֥ת MT 4QCantb;
- בִּקַּשְׁתִּ֖יו MT (4QCantb);
- וְלֹ֥א מְצָאתִֽיו MT 4QCantb;
- omissie MT Vg; ἐκάλεσα αὐτόν, καὶ οὐχ ὑπήκουσέν μου LXX ABP;
- ὑπήκουσέν LXX; υπήκουσέ ABP;
- Voorkomend in 4Q107=4QCantb (fragmentarisch);
____
- De LXX heeft als toevoeging ἐκάλεσα αὐτόν καὶ οὐχ ὑπήκουσέν μου ekalesa auton kai ouch hypēkousen mou (“Ik riep hem, maar hij antwoordde me niet") op basis van een parallelle vergelijking in Hoogl. 5:6;
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!