Hooglied 3:8

ABGetraind met het zwaard, ervaren in de oorlogvoering, ieder omgord met zijn zwaard aan zijn heup, vanwege de gevaarlijke nachten.
SVDie altemaal zwaarden houden, geleerd ten oorlog, elk hebbende zijn zwaard aan zijn heup, vanwege den schrik des nachts.
WLCכֻּלָּם֙ אֲחֻ֣זֵי חֶ֔רֶב מְלֻמְּדֵ֖י מִלְחָמָ֑ה אִ֤ישׁ חַרְבֹּו֙ עַל־יְרֵכֹ֔ו מִפַּ֖חַד בַּלֵּילֹֽות׃ ס
Trans.kullām ’ăḥuzê ḥereḇ məlumməḏê miləḥāmâ ’îš ḥarəbwō ‘al-yərēḵwō mipaḥaḏ ballêlwōṯ:

Algemeen

Zie ook: 4Q106, 4Q107, 4Q108, Heup, Lenden, Oorlog, Zwaard

Aantekeningen

Die altemaal zwaarden houden, geleerd ten oorlog, elk hebbende zijn zwaard aan zijn heup, vanwege den schrik des nachts.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כֻּלָּם֙

-

אֲחֻ֣זֵי

houden

חֶ֔רֶב

Die altemaal zwaarden

מְלֻמְּדֵ֖י

geleerd

מִלְחָמָ֑ה

ten oorlog

אִ֤ישׁ

elk

חַרְבּוֹ֙

hebbende zijn zwaard

עַל־

-

יְרֵכ֔וֹ

aan zijn heup

מִ

-

פַּ֖חַד

vanwege den schrik

בַּ

-

לֵּילּֽוֹת

des nachts


Die altemaal zwaarden houden, geleerd ten oorlog, elk hebbende zijn zwaard aan zijn heup, vanwege den schrik des nachts.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!