Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
AB | Ik bezweer je, jullie dochters van Jeruzalem! Dat je die liefde niet opwekt, of laat ontwaken, totdat [deze] het behaagt. |
SV | Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het [dezelve] lust! |
WLC | הִשְׁבַּ֥עְתִּי אֶתְכֶ֖ם בְּנֹ֣ות יְרוּשָׁלִָ֑ם מַה־תָּעִ֧ירוּ ׀ וּֽמַה־תְּעֹֽרְר֛וּ אֶת־הָאַהֲבָ֖ה עַ֥ד שֶׁתֶּחְפָּֽץ׃ ס
|
Trans. | hišəba‘ətî ’eṯəḵem bənwōṯ yərûšālāim mah-tā‘îrû ûmah-tə‘ōrərû ’eṯ-hā’ahăḇâ ‘aḏ šeteḥəpāṣ: |
Algemeen
Zie ook: Jeruzalem, Seks (voor het huwelijk)
Hooglied 2:7, Hooglied 2:7, Hooglied 3:5, Hooglied 3:5
Aantekeningen
Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het [dezelve] lust!
- Deze passage keert meermalen terug in Hooglied (2:7; 3:5) en kan als een soort refrein worden bezien.
- gij dochteren van Jeruzalem! deze frase komt meermalen voor in Hooglied (Hoogl. 1:5; 2:7; 3:5, 10; 5:16; 8:4). Het is opvallend dat in drie gevallen er steeds tegen hen wordt gezegd “Ik bezweer je, jullie dochters van Jeruzalem! Dat je die liefde niet opwekt, of laat ontwaken, totdat [deze] het behaagt” (Hoogl. 2:7; 3:5; 8:4) en dat in een ander geval de Sulamitische zich juist met hen vergelijkt “Ik ben donker, maar bekoorlijk, dochters van Jeruzalem” (Hoogl. 1:5). Het is dan ook zeer aannemelijk dat deze dochters van Jeruzalem tot de harem behoorden, dit wordt nog eens bevestigd als ze de palanquin van Salomo bekleedden (Hoogl. 3:10) en als de Sulamitische al in de harem zit tegen hen haar liefde over Salomo verklaard (Hoogl. 5:16).
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het [dezelve] lust!
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!