SV | Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen. |
WLC | אַחַ֗ר יָשֻׁ֙בוּ֙ בְּנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל וּבִקְשׁוּ֙ אֶת־יְהוָ֣ה אֱלֹהֵיהֶ֔ם וְאֵ֖ת דָּוִ֣ד מַלְכָּ֑ם וּפָחֲד֧וּ אֶל־יְהוָ֛ה וְאֶל־טוּבֹ֖ו בְּאַחֲרִ֥ית הַיָּמִֽים׃ פ |
Trans. | ’aḥar yāšuḇû bənê yiśərā’ēl ûḇiqəšû ’eṯ-JHWH ’ĕlōhêhem wə’ēṯ dāwiḏ maləkām ûfāḥăḏû ’el-JHWH wə’el-ṭûḇwō bə’aḥărîṯ hayyāmîm: |
Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!