SV | Zij hebben tarwe gezaaid, maar doornen gemaaid; zij hebben zich gepijnigd, [maar] niet gevorderd; wordt alzo beschaamd vanwege ulieder inkomsten, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN. |
WLC | זָרְע֤וּ חִטִּים֙ וְקֹצִ֣ים קָצָ֔רוּ נֶחְל֖וּ לֹ֣א יֹועִ֑לוּ וּבֹ֙שׁוּ֙ מִתְּבוּאֹ֣תֵיכֶ֔ם מֵחֲרֹ֖ון אַף־יְהוָֽה׃ ס |
Trans. | zārə‘û ḥiṭṭîm wəqōṣîm qāṣārû neḥəlû lō’ ywō‘ilû ûḇōšû mitəḇû’ōṯêḵem mēḥărwōn ’af-JHWH: |
Zij hebben tarwe gezaaid, maar doornen gemaaid; zij hebben zich gepijnigd, [maar] niet gevorderd; wordt alzo beschaamd vanwege ulieder inkomsten, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zij hebben tarwe gezaaid, maar doornen gemaaid; zij hebben zich gepijnigd, [maar] niet gevorderd; wordt alzo beschaamd vanwege ulieder inkomsten, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!