SV | Gij hebt ze geplant, zij zijn ook ingeworteld, zij gaan voort, ook dragen zij vrucht; Gij zijt [wel] nabij in hun mond, maar verre van hun nieren. |
WLC | נְטַעְתָּם֙ גַּם־שֹׁרָ֔שׁוּ יֵלְכ֖וּ גַּם־עָ֣שׂוּ פֶ֑רִי קָרֹ֤וב אַתָּה֙ בְּפִיהֶ֔ם וְרָחֹ֖וק מִכִּלְיֹותֵיהֶֽם׃ |
Trans. | nəṭa‘ətām gam-šōrāšû yēləḵû gam-‘āśû ferî qārwōḇ ’atâ bəfîhem wərāḥwōq mikiləywōṯêhem: |
Gij hebt ze geplant, zij zijn ook ingeworteld, zij gaan voort, ook dragen zij vrucht; Gij zijt [wel] nabij in hun mond, maar verre van hun nieren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Gij hebt ze geplant, zij zijn ook ingeworteld, zij gaan voort, ook dragen zij vrucht; Gij zijt [wel] nabij in hun mond, maar verre van hun nieren.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!