Jeremia 20:9

SVDies zeide ik: Ik zal Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken; maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten in mijn beenderen; en ik bemoeide mij om te verdragen, maar konde niet.
WLCוְאָמַרְתִּ֣י לֹֽא־אֶזְכְּרֶ֗נּוּ וְלֹֽא־אֲדַבֵּ֥ר עֹוד֙ בִּשְׁמֹ֔ו וְהָיָ֤ה בְלִבִּי֙ כְּאֵ֣שׁ בֹּעֶ֔רֶת עָצֻ֖ר בְּעַצְמֹתָ֑י וְנִלְאֵ֥יתִי כַּֽלְכֵ֖ל וְלֹ֥א אוּכָֽל׃
Trans.wə’āmarətî lō’-’ezəkərennû wəlō’-’ăḏabēr ‘wōḏ bišəmwō wəhāyâ ḇəlibî kə’ēš bō‘ereṯ ‘āṣur bə‘aṣəmōṯāy wənilə’êṯî kaləḵēl wəlō’ ’ûḵāl:

Algemeen

Zie ook: Bot, botten, Hart (lichaamsdeel)

Aantekeningen

Dies zeide ik: Ik zal Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken; maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten in mijn beenderen; en ik bemoeide mij om te verdragen, maar konde niet.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

אָמַרְתִּ֣י

Dies zeide ik

לֹֽא־

-

אֶזְכְּרֶ֗נּוּ

Ik zal Zijner niet gedenken

וְ

-

לֹֽא־

-

אֲדַבֵּ֥ר

spreken

עוֹד֙

-

בִּ

-

שְׁמ֔וֹ

en niet meer in Zijn Naam

וְ

-

הָיָ֤ה

-

בְ

-

לִבִּי֙

maar het werd in mijn hart

כְּ

-

אֵ֣שׁ

vuur

בֹּעֶ֔רֶת

als een brandend

עָצֻ֖ר

besloten

בְּ

-

עַצְמֹתָ֑י

in mijn beenderen

וְ

-

נִלְאֵ֥יתִי

en ik bemoeide mij

כַּֽלְכֵ֖ל

om te verdragen

וְ

-

לֹ֥א

-

אוּכָֽל

maar konde


Dies zeide ik: Ik zal Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken; maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten in mijn beenderen; en ik bemoeide mij om te verdragen, maar konde niet.

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!