SV | Want zo zegt de HEERE van het huis des konings van Juda: Gij zijt Mij een Gilead, een hoogte van Libanon; [maar] zo Ik u niet zette [als] een woestijn [en] onbewoonde steden! |
WLC | כִּֽי־כֹ֣ה ׀ אָמַ֣ר יְהוָ֗ה עַל־בֵּית֙ מֶ֣לֶךְ יְהוּדָ֔ה גִּלְעָ֥ד אַתָּ֛ה לִ֖י רֹ֣אשׁ הַלְּבָנֹ֑ון אִם־לֹ֤א אֲשִֽׁיתְךָ֙ מִדְבָּ֔ר עָרִ֖ים לֹ֥א [נֹושָׁבָה כ] (נֹושָֽׁבוּ׃ ק) |
Trans. | kî-ḵōh ’āmar JHWH ‘al-bêṯ meleḵə yəhûḏâ gilə‘āḏ ’atâ lî rō’š halləḇānwōn ’im-lō’ ’ăšîṯəḵā miḏəbār ‘ārîm lō’ nwōšāḇâ nwōšāḇû: |
Want zo zegt de HEERE van het huis des konings van Juda: Gij zijt Mij een Gilead, een hoogte van Libanon; [maar] zo Ik u niet zette [als] een woestijn [en] onbewoonde steden!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want zo zegt de HEERE van het huis des konings van Juda: Gij zijt Mij een Gilead, een hoogte van Libanon; [maar] zo Ik u niet zette [als] een woestijn [en] onbewoonde steden!
____ ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!