Jeremia 39:1

SVIn het negende jaar van Zedekia, koning van Juda, in de tiende maand, kwam Nebukadrezar, de koning van Babel, en al zijn heir, tegen Jeruzalem, en zij belegerden haar.
WLCבַּשָּׁנָ֣ה הַ֠תְּשִׁעִית לְצִדְקִיָּ֨הוּ מֶלֶךְ־יְהוּדָ֜ה בַּחֹ֣דֶשׁ הָעֲשִׂרִ֗י בָּ֠א נְבוּכַדְרֶאצַּ֨ר מֶֽלֶךְ־בָּבֶ֤ל וְכָל־חֵילֹו֙ אֶל־יְר֣וּשָׁלִַ֔ם וַיָּצֻ֖רוּ עָלֶֽיהָ׃ ס
Trans.baššānâ hatəši‘îṯ ləṣiḏəqîyâû meleḵə-yəhûḏâ baḥōḏeš hā‘ăśirî bā’ nəḇûḵaḏəre’ṣṣar meleḵə-bāḇel wəḵāl-ḥêlwō ’el-yərûšālaim wayyāṣurû ‘āleyhā:

Algemeen

Zie ook: Jeruzalem, Juda (koninkrijk), koningen van Juda, Zedekia, Zidkia

Aantekeningen

In het negende jaar van Zedekia, koning van Juda, in de tiende maand, kwam Nebukadrezar, de koning van Babel, en al zijn heir, tegen Jeruzalem, en zij belegerden haar.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בַּ

-

שָּׁנָ֣ה

jaar

הַ֠

-

תְּשִׁעִית

In het negende

לְ

-

צִדְקִיָּ֨הוּ

van Zedekía

מֶלֶךְ־

koning

יְהוּדָ֜ה

van Juda

בַּ

-

חֹ֣דֶשׁ

maand

הָ

-

עֲשִׂרִ֗י

in de tiende

בָּ֠א

kwam

נְבוּכַדְרֶאצַּ֨ר

Nebukadrézar

מֶֽלֶךְ־

de koning

בָּבֶ֤ל

van Babel

וְ

-

כָל־

-

חֵילוֹ֙

en al zijn heir

אֶל־

-

יְר֣וּשָׁלִַ֔ם

tegen Jeruzalem

וַ

-

יָּצֻ֖רוּ

en zij belegerden

עָלֶֽיהָ

-


In het negende jaar van Zedekia, koning van Juda, in de tiende maand, kwam Nebukadrezar, de koning van Babel, en al zijn heir, tegen Jeruzalem, en zij belegerden haar.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!