Jeremia 40:14

SVEn zeiden tot hem: Weet gij wel, dat Baalis, de koning der kinderen Ammons, Ismael, den zoon van Nethanja, uitgezonden heeft, om u aan het leven te slaan? Maar Gedalia, de zoon van Ahikam, geloofde hen niet.
WLCוַיֹּאמְר֣וּ אֵלָ֗יו הֲיָדֹ֤עַ תֵּדַע֙ כִּ֞י בַּעֲלִ֣יס ׀ מֶ֣לֶךְ בְּנֵֽי־עַמֹּ֗ון שָׁלַח֙ אֶת־יִשְׁמָעֵ֣אל בֶּן־נְתַנְיָ֔ה לְהַכֹּתְךָ֖ נָ֑פֶשׁ וְלֹא־הֶאֱמִ֣ין לָהֶ֔ם גְּדַלְיָ֖הוּ בֶּן־אֲחִיקָֽם׃
Trans.wayyō’mərû ’ēlāyw hăyāḏō‘a tēḏa‘ kî ba‘ălîs meleḵə bənê-‘ammwōn šālaḥ ’eṯ-yišəmā‘ē’l ben-nəṯanəyâ ləhakōṯəḵā nāfeš wəlō’-he’ĕmîn lâem gəḏaləyâû ben-’ăḥîqām:

Algemeen

Zie ook: Ahikam, Gedalia

Aantekeningen

En zeiden tot hem: Weet gij wel, dat Baalis, de koning der kinderen Ammons, Ismael, den zoon van Nethanja, uitgezonden heeft, om u aan het leven te slaan? Maar Gedalia, de zoon van Ahikam, geloofde hen niet.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּאמְר֣וּ

En zeiden

אֵלָ֗יו

-

הֲ

-

יָדֹ֤עַ

tot hem: Weet gij

תֵּדַע֙

wel

כִּ֞י

-

בַּעֲלִ֣יס׀

dat Baälis

מֶ֣לֶךְ

de koning

בְּנֵֽי־

der kinderen

עַמּ֗וֹן

Ammons

שָׁלַח֙

uitgezonden heeft

אֶת־

-

יִשְׁמָעֵ֣אל

Ismaël

בֶּן־

den zoon

נְתַנְיָ֔ה

van Nethánja

לְ

-

הַכֹּתְךָ֖

te slaan

נָ֑פֶשׁ

om aan het leven

וְ

-

לֹא־

-

הֶאֱמִ֣ין

geloofde

לָ

-

הֶ֔ם

-

גְּדַלְיָ֖הוּ

Maar Gedália

בֶּן־

de zoon

אֲחִיקָֽם

van Ahíkam


En zeiden tot hem: Weet gij wel, dat Baalis, de koning der kinderen Ammons, Ismael, den zoon van Nethanja, uitgezonden heeft, om u aan het leven te slaan? Maar Gedalia, de zoon van Ahikam, geloofde hen niet.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!