Jeremia 41:10

SVEn Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, [te weten] des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons.
WLCוַיִּ֣שְׁבְּ ׀ יִ֠שְׁמָעֵאל אֶת־כָּל־שְׁאֵרִ֨ית הָעָ֜ם אֲשֶׁ֣ר בַּמִּצְפָּ֗ה אֶת־בְּנֹ֤ות הַמֶּ֙לֶךְ֙ וְאֶת־כָּל־הָעָם֙ הַנִּשְׁאָרִ֣ים בַּמִּצְפָּ֔ה אֲשֶׁ֣ר הִפְקִ֗יד נְבֽוּזַרְאֲדָן֙ רַב־טַבָּחִ֔ים אֶת־גְּדַלְיָ֖הוּ בֶּן־אֲחִיקָ֑ם וַיִּשְׁבֵּם֙ יִשְׁמָעֵ֣אל בֶּן־נְתַנְיָ֔ה וַיֵּ֕לֶךְ לַעֲבֹ֖ר אֶל־בְּנֵ֥י עַמֹּֽון׃ ס
Trans.wayyišəbə yišəmā‘ē’l ’eṯ-kāl-šə’ērîṯ hā‘ām ’ăšer bammiṣəpâ ’eṯ-bənwōṯ hammeleḵə wə’eṯ-kāl-hā‘ām hannišə’ārîm bammiṣəpâ ’ăšer hifəqîḏ nəḇûzarə’ăḏān raḇ-ṭabāḥîm ’eṯ-gəḏaləyâû ben-’ăḥîqām wayyišəbēm yišəmā‘ē’l ben-nəṯanəyâ wayyēleḵə la‘ăḇōr ’el-bənê ‘ammwōn:

Algemeen

Zie ook: Ahikam, Gedalia, Krijgsgevangenen, Mizpa, Nebuzaradan
Jeremia 38:22, Jeremia 43:6

Aantekeningen

En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, [te weten] des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּ֣שְׁבְּ׀

voerde

יִ֠שְׁמָעֵאל

En Ismaël

אֶת־

-

כָּל־

-

שְׁאֵרִ֨ית

het ganse overblijfsel

הָ

-

עָ֜ם

des volks

אֲשֶׁ֣ר

-

בַּ

-

מִּצְפָּ֗ה

dat te Mizpa

אֶת־

-

בְּנ֤וֹת

dochteren

הַ

-

מֶּ֙לֶךְ֙

des konings

וְ

-

אֶת־

-

כָּל־

-

הָ

-

עָם֙

en al het volk

הַ

-

נִּשְׁאָרִ֣ים

waren overgelaten

בַּ

-

מִּצְפָּ֔ה

die te Mizpa

אֲשֶׁ֣ר

-

הִפְקִ֗יד

bevolen had

נְבֽוּזַרְאֲדָן֙

die Nebuzáradan

רַב־

de overste

טַבָּחִ֔ים

der trawanten

אֶת־

-

גְּדַלְיָ֖הוּ

aan Gedália

בֶּן־

den zoon

אֲחִיקָ֑ם

van Ahíkam

וַ

-

יִּשְׁבֵּם֙

was, gevankelijk

יִשְׁמָעֵ֣אל

Ismaël

בֶּן־

dan, den zoon

נְתַנְיָ֔ה

van Nethánja

וַ

-

יֵּ֕לֶךְ

-

לַ

-

עֲבֹ֖ר

om over te gaan

אֶל־

-

בְּנֵ֥י

tot de kinderen

עַמּֽוֹן

Ammons


En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, [te weten] des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!