Jeremia 50:7

SVAllen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders zeiden: Wij zullen geen schuld hebben; daarom dat zij gezondigd hebben tegen den HEERE, [in] de woning der gerechtigheid, ja, [tegen] den HEERE, de Verwachting hunner vaderen.
WLCכָּל־מֹוצְאֵיהֶ֣ם אֲכָל֔וּם וְצָרֵיהֶ֥ם אָמְר֖וּ לֹ֣א נֶאְשָׁ֑ם תַּ֗חַת אֲשֶׁ֨ר חָטְא֤וּ לַֽיהוָה֙ נְוֵה־צֶ֔דֶק וּמִקְוֵ֥ה אֲבֹֽותֵיהֶ֖ם יְהוָֽה׃ ס
Trans.kāl-mwōṣə’êhem ’ăḵālûm wəṣārêhem ’āmərû lō’ ne’əšām taḥaṯ ’ăšer ḥāṭə’û laJHWH nəwēh-ṣeḏeq ûmiqəwēh ’ăḇwōṯêhem JHWH:

Algemeen

Zie ook: Zonde

Aantekeningen

Allen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders zeiden: Wij zullen geen schuld hebben; daarom dat zij gezondigd hebben tegen den HEERE, [in] de woning der gerechtigheid, ja, [tegen] den HEERE, de Verwachting hunner vaderen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כָּל־

-

מוֹצְאֵיהֶ֣ם

Allen, die hen vonden

אֲכָל֔וּם

aten hen op

וְ

-

צָרֵיהֶ֥ם

en hun wederpartijders

אָמְר֖וּ

zeiden

לֹ֣א

-

נֶאְשָׁ֑ם

Wij zullen geen schuld hebben

תַּ֗חַת

-

אֲשֶׁ֨ר

-

חָטְא֤וּ

daarom dat zij gezondigd hebben

לַֽ

-

יהוָה֙

tegen den HEERE

נְוֵה־

de woning

צֶ֔דֶק

der gerechtigheid

וּ

-

מִקְוֵ֥ה

de Verwachting

אֲבֽוֹתֵיהֶ֖ם

hunner vaderen

יְהוָֽה

ja, den HEERE


Allen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders zeiden: Wij zullen geen schuld hebben; daarom dat zij gezondigd hebben tegen den HEERE, [in] de woning der gerechtigheid, ja, [tegen] den HEERE, de Verwachting hunner vaderen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!