SV | Zij verloochenen den HEERE, en zeggen: Hij is het niet, en ons zal geen kwaad overkomen, wij zullen noch zwaard noch honger zien. |
WLC | כִּֽחֲשׁוּ֙ בַּיהוָ֔ה וַיֹּאמְר֖וּ לֹא־ה֑וּא וְלֹא־תָבֹ֤וא עָלֵ֙ינוּ֙ רָעָ֔ה וְחֶ֥רֶב וְרָעָ֖ב לֹ֥וא נִרְאֶֽה׃ |
Trans. | kiḥăšû baJHWH wayyō’mərû lō’-hû’ wəlō’-ṯāḇwō’ ‘ālênû rā‘â wəḥereḇ wərā‘āḇ lwō’ nirə’eh: |
Zij verloochenen den HEERE, en zeggen: Hij is het niet, en ons zal geen kwaad overkomen, wij zullen noch zwaard noch honger zien.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zij verloochenen den HEERE, en zeggen: Hij is het niet, en ons zal geen kwaad overkomen, wij zullen noch zwaard noch honger zien.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!