SV | Ziet, Ik zal over ulieden een volk van verre brengen, o huis Israels! spreekt de HEERE; het is een sterk volk, het is een zeer oud volk, een volk, welks spraak gij niet zult kennen, en niet horen, wat het spreken zal. |
WLC | הִנְנִ֣י מֵבִיא֩ עֲלֵיכֶ֨ם גֹּ֧וי מִמֶּרְחָ֛ק בֵּ֥ית יִשְׂרָאֵ֖ל נְאֻם־יְהֹוָ֑ה גֹּ֣וי ׀ אֵיתָ֣ן ה֗וּא גֹּ֤וי מֵעֹולָם֙ ה֔וּא גֹּ֚וי לֹא־תֵדַ֣ע לְשֹׁנֹ֔ו וְלֹ֥א תִשְׁמַ֖ע מַה־יְדַבֵּֽר׃ |
Trans. | hinənî mēḇî’ ‘ălêḵem gwōy mimmerəḥāq bêṯ yiśərā’ēl nə’um-JHWH gwōy ’êṯān hû’ gwōy mē‘wōlām hû’ gwōy lō’-ṯēḏa‘ ləšōnwō wəlō’ ṯišəma‘ mah-yəḏabēr: |
Ziet, Ik zal over ulieden een volk van verre brengen, o huis Israels! spreekt de HEERE; het is een sterk volk, het is een zeer oud volk, een volk, welks spraak gij niet zult kennen, en niet horen, wat het spreken zal.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Ziet, Ik zal over ulieden een volk van verre brengen, o huis Israëls! spreekt de HEERE; het is een sterk volk, het is een zeer oud volk, een volk, welks spraak gij niet zult kennen, en niet horen, wat het spreken zal.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!