SV | Want gaat nu henen naar Mijn plaats, die te Silo was, alwaar Ik Mijn Naam in het eerst had doen wonen; en ziet, wat Ik daaraan gedaan heb vanwege de boosheid van Mijn volk Israel. |
WLC | כִּ֣י לְכוּ־נָ֗א אֶל־מְקֹומִי֙ אֲשֶׁ֣ר בְּשִׁילֹ֔ו אֲשֶׁ֨ר שִׁכַּ֧נְתִּֽי שְׁמִ֛י שָׁ֖ם בָּרִֽאשֹׁונָ֑ה וּרְאוּ֙ אֵ֣ת אֲשֶׁר־עָשִׂ֣יתִי לֹ֔ו מִפְּנֵ֕י רָעַ֖ת עַמִּ֥י יִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | kî ləḵû-nā’ ’el-məqwōmî ’ăšer bəšîlwō ’ăšer šikanətî šəmî šām bāri’šwōnâ ûrə’û ’ēṯ ’ăšer-‘āśîṯî lwō mipənê rā‘aṯ ‘ammî yiśərā’ēl: |
Want gaat nu henen naar Mijn plaats, die te Silo was, alwaar Ik Mijn Naam in het eerst had doen wonen; en ziet, wat Ik daaraan gedaan heb vanwege de boosheid van Mijn volk Israël.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want gaat nu henen naar Mijn plaats, die te Silo was, alwaar Ik Mijn Naam in het eerst had doen wonen; en ziet, wat Ik daaraan gedaan heb vanwege de boosheid van Mijn volk Israel.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!