SV | Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand. |
WLC | כִּֽי־הָיִ֨יתָ מָעֹ֥וז לַדָּ֛ל מָעֹ֥וז לָאֶבְיֹ֖ון בַּצַּר־לֹ֑ו מַחְסֶ֤ה מִזֶּ֙רֶם֙ צֵ֣ל מֵחֹ֔רֶב כִּ֛י ר֥וּחַ עָרִיצִ֖ים כְּזֶ֥רֶם קִֽיר׃ |
Trans. | kî-hāyîṯā mā‘wōz ladāl mā‘wōz lā’eḇəywōn baṣṣar-lwō maḥəseh mizzerem ṣēl mēḥōreḇ kî rûḥa ‘ārîṣîm kəzerem qîr: |
Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand.
____ ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!