SV | Die een mens schuldig maken om een woord, en leggen dien strikken, die [hen] bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven in het woeste. |
WLC | מַחֲטִיאֵ֤י אָדָם֙ בְּדָבָ֔ר וְלַמֹּוכִ֥יחַ בַּשַּׁ֖עַר יְקֹשׁ֑וּן וַיַּטּ֥וּ בַתֹּ֖הוּ צַדִּֽיק׃ ס |
Trans. | maḥăṭî’ê ’āḏām bəḏāḇār wəlammwōḵîḥa bašša‘ar yəqōšûn wayyaṭṭû ḇatōhû ṣadîq: |
Die een mens schuldig maken om een woord, en leggen dien strikken, die [hen] bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven in het woeste.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Die een mens schuldig maken om een woord, en leggen dien strikken, die [hen] bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven in het woeste.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!