SV | Wee den kinderen, die afvallen, spreekt de HEERE, om een raadslag te maken, maar niet uit Mij, en om [zich] met een bedekking te bedekken, maar niet [uit] Mijn Geest, om zonde tot zonde te doen; |
WLC | הֹ֣וי בָּנִ֤ים סֹֽורְרִים֙ נְאֻם־יְהוָ֔ה לַעֲשֹׂ֤ות עֵצָה֙ וְלֹ֣א מִנִּ֔י וְלִנְסֹ֥ךְ מַסֵּכָ֖ה וְלֹ֣א רוּחִ֑י לְמַ֛עַן סְפֹ֥ות חַטָּ֖את עַל־חַטָּֽאת׃ |
Trans. | hwōy bānîm swōrərîm nə’um-JHWH la‘ăśwōṯ ‘ēṣâ wəlō’ minnî wəlinəsōḵə massēḵâ wəlō’ rûḥî ləma‘an səfwōṯ ḥaṭṭā’ṯ ‘al-ḥaṭṭā’ṯ: |
Wee den kinderen, die afvallen, spreekt de HEERE, om een raadslag te maken, maar niet uit Mij, en om [zich] met een bedekking te bedekken, maar niet [uit] Mijn Geest, om zonde tot zonde te doen;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Wee den kinderen, die afvallen, spreekt de HEERE, om een raadslag te maken, maar niet uit Mij, en om [zich] met een bedekking te bedekken, maar niet [uit] Mijn Geest, om zonde tot zonde te doen;
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!