SV | Daarom waren haar inwoners handeloos, zij waren verslagen en beschaamd; zij waren [als] het gras des velds en de groene grasscheutjes, [als] het hooi der daken, en het brandkoren, eer het overeind staat. |
WLC | וְיֹֽשְׁבֵיהֶן֙ קִצְרֵי־יָ֔ד חַ֖תּוּ וָבֹ֑שׁוּ הָי֞וּ עֵ֤שֶׂב שָׂדֶה֙ וִ֣ירַק דֶּ֔שֶׁא חֲצִ֣יר גַּגֹּ֔ות וּשְׁדֵמָ֖ה לִפְנֵ֥י קָמָֽה׃ |
Trans. | wəyōšəḇêhen qiṣərê-yāḏ ḥatû wāḇōšû hāyû ‘ēśeḇ śāḏeh wîraq deše’ ḥăṣîr gagwōṯ ûšəḏēmâ lifənê qāmâ: |
Daarom waren haar inwoners handeloos, zij waren verslagen en beschaamd; zij waren [als] het gras des velds en de groene grasscheutjes, [als] het hooi der daken, en het brandkoren, eer het overeind staat.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Daarom waren haar inwoners handeloos, zij waren verslagen en beschaamd; zij waren [als] het gras des velds en de groene grasscheutjes, [als] het hooi der daken, en het brandkoren, eer het overeind staat.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!