Context
Literatuur
Vertalingen

Jesaja 3:18

Algemeen

• De inleidende formule "Op die dag" en de verschuiving van een poëtische naar prozaïsche stijl geeft aan dat een nieuwe gedeelte begint in v. 18.

Sieraden

• Sieraden zijn van alle tijden en variëren van een eenvoudige ring tot exotische en vooral luxueuze sieraden. De Bijbel spreekt er herhaaldelijk over. Izebel zal sieraden gebruikt hebben om haar kapsel op te maken en zo de komst van haar man af te wachten (2 Kon. 9:30), terwijl bij de toen nog toekomstige koningin Esther er heel wat werk van wordt gemaakt en zij zelfs een eigen adviseur heeft (Esth. 2:3). Anderen dragen ze om mannen te verleiden (Jer. 4:30; Hos. 2:12), of – en dan hoeven we maar te denken aan Tamar – willen ze graag als onderpand bij precaire situaties (Gen. 38:18), waarbij we terloops ook weten dat dus mannen zoals Juda sieraden dragen (HSV Mannenbijbel).

Aantekeningen

Ten zelfden dage zal de Heere wegnemen het sieraad der kousebanden, en de netjes, en de maantjes.

• Zie voor een nadere verklaring van de verschillende sieraden de verschillende onderwerpen hierover.

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

Ten zelfden dage zal de Heere wegnemen het sieraad der kousebanden, en de netjes, en de maantjes.

• סור "verwijderen, wegnemen"
• אֲדֹנָי ^H136 "Adonai, Heere"; In de Staten Vertaling is bij uitzondering dit vertaald met "HEERE" (Ex. 15:17; Num. 14:17; 22:22; Joz. 7:8; 1 Kon. 3:10, 15; 22:6; 2 Kon. 7:6; Ezr. 10:3; Neh. 1:11; 4:14; Job 28:28; Ps. 2:4; 16:2; 38:10, 16, 23; 40:18; 44:24; 55:10; 68:20, 27; 86:3, 5; 110:5; 130:2, 3, 6; Jes. 3:17, 18; 8:17; 10:12; 21:16; 26:4; 37:24; 38:14; 49:14; 61:1; Jer. 46:10; 49:5; 50:25, 31; Klaagl. 3:59; Ezech. 18:25; 21:9; Dan. 9:8, 17; Mal. 1:12; 3:15). Dit heeft te maken dat in de Venetiaanse druk welke ze voor de Hebreeuwse tekst gebruikten יְהֹוָה ^H3068 (JHWH) stond. In bijna alle gevallen zien we dat ook sommige andere manuscripten dit hebben.
• תפארה "schoonheid, eer, sieraad"; HSV "mooiste sieraden"
• עֶכֶס ^H5914 "ketting" (Spr. 7:22 †), "enkelband" (Jes. 3:18 †); cf. עַכְסָה ^H5915 "Achsa", dochter van Kaleb (Joz. 15:16; Richt. 1:12; 1 Kron. 2:49); SV "kousebanden"; HSV, NBV "enkelringen"; NBG, WV95, GNB96 "voetringen"; ie. "de schoonheid van [hun] enkel sieraden.";
• שָׁבִיס ^H7636 hapax, "sieraad, een voorhoofdsieraad"; SV "netjes"; NBV, WV95, GNB96 "zonnetjes"; HSV, NBG "voorhoofdbanden"; in Ugaritische teksten wordt de godin Sjapasj, Sjamash, de Zon, genoemd, deze netjes zagen er dan ook uit als kleine zonnen.
• שהרן "sieraad, maan-halsketting" (Richt 8:21, 26); SV, HSV, NBV, NBG, WV95, GNB96 "maantjes"; cf Aramese maangod Sahar
• Voorkomend in 1QIsa^a (algemeen volgend MT)

• בַּיֹּ֨ום הַה֜וּא יָסִ֣יר MT 1QIsa^a; ἐν τῇ ἡμέρᾳ ἐκείνῃ καὶ ἀφελεῖ LXX;
• אֲדֹנָ֖י MT Buxtorf¹⁶²⁰ MT^Ginsburg MAM; {יהוה} ^אדוניx1QIsa^a; יהוה Massorah (Ginsburg §107) Kennicott^{1 30 72 93 96 126 149 150 153 154 158 173 182 224 252 253 258 260} κύριος LXX ABP; Dominus Vg;
• אֵ֣ת MT 1QIsa^a;
• תִּפְאֶ֧רֶת MT 1QIsa^a (4QIsa^b);
• הָעֲכָסִ֛ים וְהַשְּׁבִיסִ֖ים MT; העכיסי^ם והשבישיםx1QIsa^a; העכסים והשבשיםx4QIsa^b;
• וְהַשַּׂהֲרֹנִֽים MT 1QIsa^a;
• Voorkomend in 1QIsa^a (algemeen volgend MT); 4Q56=4QIsa^b (fragmentarisch);

• Varianten Kennicott Vetus Testamentum Hebraicum (1780):
  

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!