Jesaja 44:5

ABDe een zal zeggen: Ik ben van de HEERE, een ander zal [zich] noemen met de naam Jakob, een ander zal [op] zijn hand schrijven: Van de HEERE, en hij zal de naam Israël gebruiken.
SVDeze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal [zich] noemen met den naam van Jakob; en gene zal [met] zijn hand schrijven: [Ik ben] des HEEREN, en zich toenoemen met den naam van Israel.
WLCזֶ֤ה יֹאמַר֙ לַֽיהוָ֣ה אָ֔נִי וְזֶ֖ה יִקְרָ֣א בְשֵֽׁם־יַעֲקֹ֑ב וְזֶ֗ה יִכְתֹּ֤ב יָדֹו֙ לַֽיהוָ֔ה וּבְשֵׁ֥ם יִשְׂרָאֵ֖ל יְכַנֶּֽה׃ פ
Trans.zeh yō’mar laJHWH ’ānî wəzeh yiqərā’ ḇəšēm-ya‘ăqōḇ wəzeh yiḵətōḇ yāḏwō laJHWH ûḇəšēm yiśərā’ēl yəḵanneh:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Jakob, Tatoeage

Aantekeningen

Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal [zich] noemen met den naam van Jakob; en gene zal [met] zijn hand schrijven: [Ik ben] des HEEREN, en zich toenoemen met den naam van Israël.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

זֶ֤ה

Deze

יֹאמַר֙

zal zeggen
qal 3p. enk.

לַֽ

van

יהוָ֣ה

des HEEREN

אָ֔נִי

Ik ben

וְ

en

זֶ֖ה

die

יִקְרָ֣א

zal noemen
qal 3p. enk.

בְ

met

שֵֽׁם־

den naam

יַעֲקֹ֑ב

van Jakob

וְ

en

זֶ֗ה

gene

יִכְתֹּ֤ב

schrijven
qal 3p. enk.

יָד

zijn hand

לַֽ

van

יהוָ֔ה

des HEEREN

וּ

en

בְ

met

שֵׁ֥ם

den naam

יִשְׂרָאֵ֖ל

van Israël

יְכַנֶּֽה

zich toenoemen
piel 3p. enk.


Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal [zich] noemen met den naam van Jakob; en gene zal [met] zijn hand schrijven: [Ik ben] des HEEREN, en zich toenoemen met den naam van Israël.

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!