Context
Literatuur
Vertalingen

Jesaja 51:9

Algemeen

Aantekeningen

Ontwaak, ontwaak, trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als in de verledene dagen, [als in] de geslachten van ouds; zijt Gij het niet, Die Rahab uitgehouwen hebt, Die den zeedraak verwond hebt?

• arm des HEEREN, In veel Bijbelteksten wordt met Gods "arm" (זרוע) bedoeld een verlossing van het Joodse volk tegen fysieke vervolging. Bijvoorbeeld, God nam de Joden uit Egypte "met een sterke hand en een uitgestrekte arm" (Deut. 26:8; cf. Ex. 3:20; 6:5; 14:31; 15:6; Deut. 4:34; 7:19; Jes. 51:9; 52:10; 53:1; 62:8; 63:12; Jer. 21:5; 27:5; Ezech. 20:33; Ps. 44:3; 89:11; 98:1; 136:12).

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

Ontwaak, ontwaak, trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als in de verledene dagen, [als in] de geslachten van ouds; zijt Gij het niet, Die Rahab uitgehouwen hebt, Die den zeedraak verwond hebt?

• Het vraagpartikel in combinatie met de negatie הֲלֹוא is altijd een bevestiging (cf. J.P. Lettinga, §61.b, d).
• תַּנִּין ^H8577 dier "reptiel"; Wordt in de diverse Bijbelvertalingen in de verschillende Bijbelteksten weergegeven met een groot aantal dieren: krokodil, jakhals, monster, zeemonster, zeekalveren, walvissen, slang, grote zeedieren, grote gedrochten, zeeslangen en draken. Determinatie op basis van de Bijbelse gegevens levert het volgende op: Het kan zowel een waterdier zijn (Gen. 1:21; Job 7:12; Ps. 74:13; 148:7?; Jes. 27:1; 35:7; 51:9; Ezech, 29:3; 32:2) als een slangachtig dier (Ex. 7:9-12). Ze zijn giftig (Deut. 32:33), vraatzuchtig (Jer. 51:34) en hebben borsten (Klaagl. 4:3 ?). Komt ook op woestijn/woeste/verlaten plekken voor (Neh. 2:13; Job 30:29; Ps. 44:20; 91:13; Jes. 13:22; 34:13; 35:7; 43:20; Jer. 9:11; 10:22; 14:6; 49:33; 51:37; Mal. 1:3) en maakt een schreeuwachtig geluid (Mich. 1:8). Op basis van deze gegevens lijkt het eerder om een soortnaam te gaan dan een individueel dier, waarbij de diverse kenmerken (op Klaagl. 4:3 na) wijzen op een reptiel.

• עוּרִ֨י עוּרִ֤י MT 1QIsa^b;
• ע֚וּרִי MT 4QIsa^c;
• עֹולָמִ֑ים MT (1QIsa^b);
• הֲלֹ֥וא אַתְּ MT 1QIsa^b;
• הַמַּחְצֶ֥בֶת MT (4QIsa^c);
• רַ֖הַב MT (4QIsa^c);
• Voorkomend in 1QIsa^a (algemeen volgend MT); 1Q8=1QIsa^b (fragmentarisch); 4Q57=4QIsa^c (fragmentarisch);

• Varianten Kennicott Vetus Testamentum Hebraicum (1780):
  

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!