Job 1:8

SVEn de HEERE zeide tot den satan: Hebt gij [ook] acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad.
WLCוַיֹּ֤אמֶר יְהוָה֙ אֶל־הַשָּׂטָ֔ן הֲשַׂ֥מְתָּ לִבְּךָ֖ עַל־עַבְדִּ֣י אִיֹּ֑וב כִּ֣י אֵ֤ין כָּמֹ֙הוּ֙ בָּאָ֔רֶץ אִ֣ישׁ תָּ֧ם וְיָשָׁ֛ר יְרֵ֥א אֱלֹהִ֖ים וְסָ֥ר מֵרָֽע׃
Trans.wayyō’mer JHWH ’el-haśśāṭān hăśamətā libəḵā ‘al-‘aḇədî ’îywōḇ kî ’ên kāmōhû bā’āreṣ ’îš tām wəyāšār yərē’ ’ĕlōhîm wəsār mērā‘:

Algemeen

Zie ook: Job (persoon), satan

Aantekeningen

En de HEERE zeide tot den satan: Hebt gij [ook] acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zeide

יְהוָה֙

En de HEERE

אֶל־

tot

הַ

-

שָּׂטָ֔ן

den satan

הֲ

-

שַׂ֥מְתָּ

geslagen

לִבְּךָ֖

Hebt gij acht

עַל־

op

עַבְדִּ֣י

Mijn knecht

אִיּ֑וֹב

Job

כִּ֣י

Want

אֵ֤ין

niemand is

כָּמֹ֙הוּ֙

gelijk

בָּ

-

אָ֔רֶץ

op de aarde

אִ֣ישׁ

hij, een man

תָּ֧ם

oprecht

וְ

-

יָשָׁ֛ר

en vroom

יְרֵ֥א

godvrezende

אֱלֹהִ֖ים

-

וְ

-

סָ֥ר

en wijkende

מֵ

-

רָֽע

het kwaad


En de HEERE zeide tot den satan: Hebt gij [ook] acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!