Job 2:11

SVAls nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten.
WLCוַֽיִּשְׁמְע֞וּ שְׁלֹ֣שֶׁת ׀ רֵעֵ֣י אִיֹּ֗וב אֵ֣ת כָּל־הָרָעָ֣ה הַזֹּאת֮ הַבָּ֣אָה עָלָיו֒ וַיָּבֹ֙אוּ֙ אִ֣ישׁ מִמְּקֹמֹ֔ו אֱלִיפַ֤ז הַתֵּימָנִי֙ וּבִלְדַּ֣ד הַשּׁוּחִ֔י וְצֹופַ֖ר הַנַּֽעֲמָתִ֑י וַיִּוָּעֲד֣וּ יַחְדָּ֔ו לָבֹ֥וא לָנֽוּד־לֹ֖ו וּֽלְנַחֲמֹֽו׃
Trans.wayyišəmə‘û šəlōšeṯ rē‘ê ’îywōḇ ’ēṯ kāl-hārā‘â hazzō’ṯ habā’â ‘ālāyw wayyāḇō’û ’îš mimməqōmwō ’ĕlîfaz hatêmānî ûḇilədaḏ haššûḥî wəṣwōfar hanna‘ămāṯî wayyiûā‘ăḏû yaḥədāw lāḇwō’ lānûḏ-lwō ûlənaḥămwō:

Algemeen

Zie ook: Bildad, Drie (getal), Elifaz (2), Job (persoon), Naamah, Naamathiet, Suchu, Thema, Vrienden, Zofar

Aantekeningen

Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַֽ

-

יִּשְׁמְע֞וּ

gehoord hadden

שְׁלֹ֣שֶׁת׀

Als nu de drie

רֵעֵ֣י

vrienden

אִיּ֗וֹב

van Job

אֵ֣ת

-

כָּל־

al

הָ

-

רָעָ֣ה

kwaad

הַ

-

זֹּאת֮

dit

הַ

-

בָּ֣אָה

hem gekomen was

עָלָיו֒

dat over

וַ

-

יָּבֹ֙אוּ֙

kwamen zij

אִ֣ישׁ

ieder

מִ

-

מְּקֹמ֔וֹ

zijn plaats

אֱלִיפַ֤ז

Elífaz

הַ

-

תֵּימָנִי֙

de Themaniet

וּ

-

בִלְדַּ֣ד

en Bildad

הַ

-

שּׁוּחִ֔י

de Suhiet

וְ

-

צוֹפַ֖ר

en Zofar

הַ

-

נַּֽעֲמָתִ֑י

de Naämathiet

וַ

-

יִּוָּעֲד֣וּ

en zij waren het eens geworden

יַחְדָּ֔ו

-

לָ

-

ב֥וֹא

dat zij kwamen

לָ

-

נֽוּד־

om hem te beklagen

ל֖

-

וֹ

-

וּֽ

-

לְ

-

נַחֲמֽוֹ

en om hem te vertroosten


Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!