SV | Zult gij de maanden tellen, [die] zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren? |
WLC | מִֽי־שִׁלַּ֣ח פֶּ֣רֶא חָפְשִׁ֑י וּמֹסְרֹ֥ות עָ֝רֹ֗וד מִ֣י פִתֵּֽחַ׃ |
Trans. | 39:2 tisəpōr yərāḥîm təmalle’nâ wəyāḏa‘ətā ‘ēṯ liḏətānâ: |
Zult gij de maanden tellen, [die] zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Zult gij de maanden tellen, [die] zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!