Job 42:8

SVDaarom neemt nu voor ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn knecht Job, en offert brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht Job voor ulieden bidden; want zekerlijk, Ik zal zijn aangezicht aannemen, opdat Ik aan ulieden niet doe naar uw dwaasheid; want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job.
WLCוְעַתָּ֡ה קְחֽוּ־לָכֶ֣ם שִׁבְעָֽה־פָרִים֩ וְשִׁבְעָ֨ה אֵילִ֜ים וּלְכ֣וּ ׀ אֶל־עַבְדִּ֣י אִיֹּ֗וב וְהַעֲלִיתֶ֤ם עֹולָה֙ בַּֽעַדְכֶ֔ם וְאִיֹּ֣וב עַבְדִּ֔י יִתְפַּלֵּ֖ל עֲלֵיכֶ֑ם כִּ֧י אִם־פָּנָ֣יו אֶשָּׂ֗א לְבִלְתִּ֞י עֲשֹׂ֤ות עִמָּכֶם֙ נְבָלָ֔ה כִּ֠י לֹ֣א דִבַּרְתֶּ֥ם אֵלַ֛י נְכֹונָ֖ה כְּעַבְדִּ֥י אִיֹּֽוב׃
Trans.wə‘atâ qəḥû-lāḵem šiḇə‘â-fārîm wəšiḇə‘â ’êlîm ûləḵû ’el-‘aḇədî ’îywōḇ wəha‘ălîṯem ‘wōlâ ba‘aḏəḵem wə’îywōḇ ‘aḇədî yiṯəpallēl ‘ălêḵem kî ’im-pānāyw ’eśśā’ ləḇilətî ‘ăśwōṯ ‘immāḵem nəḇālâ kî lō’ ḏibarətem ’ēlay nəḵwōnâ kə‘aḇədî ’îywōḇ:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Bidden, Brandoffer, Dwaasheid, Dwazen, Job (persoon), Ram (dier)

Aantekeningen

Daarom neemt nu voor ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn knecht Job, en offert brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht Job voor ulieden bidden; want zekerlijk, Ik zal zijn aangezicht aannemen, opdat Ik aan ulieden niet doe naar uw dwaasheid; want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

עַתָּ֡ה

nu

קְחֽוּ־

Daarom neemt

לָ

-

כֶ֣ם

-

שִׁבְעָֽה־

voor ulieden zeven

פָרִים֩

varren

וְ

-

שִׁבְעָ֨ה

en zeven

אֵילִ֜ים

rammen

וּ

-

לְכ֣וּ׀

-

אֶל־

tot

עַבְדִּ֣י

Mijn knecht

אִיּ֗וֹב

Job

וְ

-

הַעֲלִיתֶ֤ם

en offert

עוֹלָה֙

brandoffer

בַּֽעַדְכֶ֔ם

voor

וְ

-

אִיּ֣וֹב

Job

עַבְדִּ֔י

ulieden, en laat Mijn knecht

יִתְפַּלֵּ֖ל

ulieden bidden

עֲלֵיכֶ֑ם

voor

כִּ֧י

want

אִם־

zekerlijk

פָּנָ֣יו

Ik zal zijn aangezicht

אֶשָּׂ֗א

aannemen

לְ

-

בִלְתִּ֞י

opdat

עֲשׂ֤וֹת

doe

עִמָּכֶם֙

Ik aan

נְבָלָ֔ה

naar uw dwaasheid

כִּ֠י

want

לֹ֣א

gijlieden hebt niet

דִבַּרְתֶּ֥ם

Mij gesproken

אֵלַ֛י

van

נְכוֹנָ֖ה

recht

כְּ

-

עַבְדִּ֥י

gelijk Mijn knecht

אִיּֽוֹב

Job


Daarom neemt nu voor ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn knecht Job, en offert brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht Job voor ulieden bidden; want zekerlijk, Ik zal zijn aangezicht aannemen, opdat Ik aan ulieden niet doe naar uw dwaasheid; want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!