Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide Grieken gaan, en de Grieken leren? |
Steph | ειπον ουν οι ιουδαιοι προς εαυτους που ουτος μελλει πορευεσθαι οτι ημεις ουχ ευρησομεν αυτον μη εις την διασποραν των ελληνων μελλει πορευεσθαι και διδασκειν τους ελληνας
|
Trans. | eipon oun oi ioudaioi pros eautous pou outos mellei poreuesthai oti ēmeis ouch eurēsomen auton mē eis tēn diasporan tōn ellēnōn mellei poreuesthai kai didaskein tous ellēnas |
Algemeen
Zie ook: Ballingschap, Diaspora, Griekenland
Aantekeningen
De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide Grieken gaan, en de Grieken leren?
- De Joden, Namelijk de Joodse leiders (cf. vs. 1) en in het bijzonder de Farizeeërs en hogepriesters (vs. 32).
- de verstrooide, lett. de Diaspora. 1) De Grieken die sinds Alexander de Grote over grote delen van de wereld waren verspreid en daar zijn gebleven. 2) De proselieten uit de heidenen (Constable's Notes; cf. Joh. 12:20, Hand. 17:4.†) 3) Sommigen willen het vertalen als "to the Jewish people dispersed among the Greeks" (NETBible), echter dit staat er niet letterlijk en zou betekenen dat dit de enige aanwijzing is dat Joden als Grieken (lees heidenen) worden beschouwd.
- Grieken, In de Bijbel wordt onder Grieken bijna altijd de heidenen, hen die geen Joden zijn, bedoeld.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide Grieken gaan, en de Grieken leren?
- Ἕλλην G1672 "Griek"; 1) een bewoner van Griekenland, of 2) een aanduiding voor iemand die geen Jood is.
____
- Lacune in minuscule 50, A232 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 140): Mat. 1:1-9:35; 12:3-23; 17:12-24; 25:20-32; Joh. 5:18-21:25.
- Lacune in minuscule 176, ε 301 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 163): Mat. 1:1-10:13; Joh. 2:1-21:25;
- Lacune in minuscule 274, ε 1024 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 174): Mark. 1:1-16; 6:21-54; Joh. 1:1-20; 3:18-4:1; 7:23-42; 9:10-27; 18:12-29 en waarvan sommige delen later zijn toegevoegd;
- Lacune in minuscule 372, ε 600 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 183-184): Joh. 3:1-21:25;
- Lacune in minuscule 405, ε 1012 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 186-187): Mat. 1:1-17; Joh. 6:55-9:13; 11:30-45; 18:20-36;
- Lacune in minuscule 472, α 1386 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 193) Mat. 4:1-7:6, 20:21-21:12, Luk. 4:29-5:1, 16:24-17:13, 20:19-41, Joh. 6:51-8:2, 12:20-40, 14:27-15:13, 17:6-18:2, 18:37-19:14;
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!