Jozua 12:7

SVDit nu zijn de koningen des lands, die Jozua sloeg, en de kinderen Israels, aan deze zijde van de Jordaan tegen het westen, van Baal-gad aan, in het dal van den Libanon, en tot aan den kalen berg, die naar Seir opgaat; en Jozua gaf het aan de stammen Israels tot een erfelijke bezitting, naar hun afdelingen.
WLCוְאֵ֣לֶּה מַלְכֵ֣י הָאָ֡רֶץ אֲשֶׁר֩ הִכָּ֨ה יְהֹושֻׁ֜עַ וּבְנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֗ל בְּעֵ֤בֶר הַיַּרְדֵּן֙ יָ֔מָּה מִבַּ֤עַל גָּד֙ בְּבִקְעַ֣ת הַלְּבָנֹ֔ון וְעַד־הָהָ֥ר הֶחָלָ֖ק הָעֹלֶ֣ה שֵׂעִ֑ירָה וַיִּתְּנָ֨הּ יְהֹושֻׁ֜עַ לְשִׁבְטֵ֧י יִשְׂרָאֵ֛ל יְרֻשָּׁ֖ה כְּמַחְלְקֹתָֽם׃
Trans.wə’ēlleh maləḵê hā’āreṣ ’ăšer hikâ yəhwōšu‘a ûḇənê yiśərā’ēl bə‘ēḇer hayyarədēn yāmmâ miba‘al gāḏ bəḇiqə‘aṯ halləḇānwōn wə‘aḏ-hâār heḥālāq hā‘ōleh śē‘îrâ wayyitənāh yəhwōšu‘a ləšiḇəṭê yiśərā’ēl yəruššâ kəmaḥələqōṯām:

Algemeen

Zie ook: Baal-Gad, Jordaan, Jozua, Libanon, Seir
Jozua 10:40

Aantekeningen

Dit nu zijn de koningen des lands, die Jozua sloeg, en de kinderen Israëls, aan deze zijde van de Jordaan tegen het westen, van Baal-gad aan, in het dal van den Libanon, en tot aan den kalen berg, die naar Seir opgaat; en Jozua gaf het aan de stammen Israels tot een erfelijke bezitting, naar hun afdelingen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

אֵ֣לֶּה

Dit

מַלְכֵ֣י

nu zijn de koningen

הָ

-

אָ֡רֶץ

des lands

אֲשֶׁר֩

die

הִכָּ֨ה

sloeg

יְהוֹשֻׁ֜עַ

Jozua

וּ

-

בְנֵ֣י

en de kinderen

יִשְׂרָאֵ֗ל

Israëls

בְּ

-

עֵ֤בֶר

aan deze zijde

הַ

-

יַּרְדֵּן֙

van de Jordaan

יָ֔מָּה

tegen het westen

מִ

-

בַּ֤עַל

-

גָּד֙

Baäl-Gad

בְּ

-

בִקְעַ֣ת

aan, in het dal

הַ

-

לְּבָנ֔וֹן

van den Libanon

וְ

-

עַד־

en tot aan

הָ

-

הָ֥ר

berg

הֶ

-

חָלָ֖ק

den kalen

הָ

-

עֹלֶ֣ה

opgaat

שֵׂעִ֑ירָה

die naar Seïr

וַ

-

יִּתְּנָ֨הּ

gaf

יְהוֹשֻׁ֜עַ

en Jozua

לְ

-

שִׁבְטֵ֧י

het aan de stammen

יִשְׂרָאֵ֛ל

Israëls

יְרֻשָּׁ֖ה

tot een erfelijke bezitting

כְּ

-

מַחְלְקֹתָֽם

naar hun afdelingen


Dit nu zijn de koningen des lands, die Jozua sloeg, en de kinderen Israels, aan deze zijde van de Jordaan tegen het westen, van Baal-gad aan, in het dal van den Libanon, en tot aan den kalen berg, die naar Seir opgaat; en Jozua gaf het aan de stammen Israels tot een erfelijke bezitting, naar hun afdelingen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!