SV | Toen zeide Jozua tot het volk: Gij zult den HEERE niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God; Hij is een ijverig God; Hij zal uw overtredingen en uw zonden niet vergeven. |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר יְהֹושֻׁ֜עַ אֶל־הָעָ֗ם לֹ֤א תֽוּכְלוּ֙ לַעֲבֹ֣ד אֶת־יְהוָ֔ה כִּֽי־אֱלֹהִ֥ים קְדֹשִׁ֖ים ה֑וּא אֵֽל־קַנֹּ֣וא ה֔וּא לֹֽא־יִשָּׂ֥א לְפִשְׁעֲכֶ֖ם וּלְחַטֹּאותֵיכֶֽם׃ |
Trans. | wayyō’mer yəhwōšu‘a ’el-hā‘ām lō’ ṯûḵəlû la‘ăḇōḏ ’eṯ-JHWH kî-’ĕlōhîm qəḏōšîm hû’ ’ēl-qannwō’ hû’ lō’-yiśśā’ ləfišə‘ăḵem ûləḥaṭṭō’wṯêḵem: |
Toen zeide Jozua tot het volk: Gij zult den HEERE niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God; Hij is een ijverig God; Hij zal uw overtredingen en uw zonden niet vergeven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Jozua tot het volk: Gij zult den HEERE niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God; Hij is een ijverig God; Hij zal uw overtredingen en uw zonden niet vergeven.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!