Klaagliederen 2:9

SV[Teth.] Haar poorten zijn in de aarde verzonken; Hij heeft haar grendelen verdorven en gebroken; haar koning en haar vorsten zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten vinden ook geen gezicht van den HEERE.
WLCטָבְע֤וּ בָאָ֙רֶץ֙ שְׁעָרֶ֔יהָ אִבַּ֥ד וְשִׁבַּ֖ר בְּרִיחֶ֑יהָ מַלְכָּ֨הּ וְשָׂרֶ֤יהָ בַגֹּויִם֙ אֵ֣ין תֹּורָ֔ה גַּם־נְבִיאֶ֕יהָ לֹא־מָצְא֥וּ חָזֹ֖ון מֵיְהוָֽה׃ ס
Trans.ṭāḇə‘û ḇā’āreṣ šə‘āreyhā ’ibaḏ wəšibar bərîḥeyhā maləkāh wəśāreyhā ḇagwōyim ’ên twōrâ gam-nəḇî’eyhā lō’-māṣə’û ḥāzwōn mêJHWH:

Algemeen

Zie ook: Heiden, Heidenen, Teth


Aantekeningen

[Teth.] Haar poorten zijn in de aarde verzonken; Hij heeft haar grendelen verdorven en gebroken; haar koning en haar vorsten zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten vinden ook geen gezicht van den HEERE.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

טָבְע֤וּ

verzonken

בָ

-

אָ֙רֶץ֙

zijn in de aarde

שְׁעָרֶ֔יהָ

Haar poorten

אִבַּ֥ד

verdorven

וְ

-

שִׁבַּ֖ר

en gebroken

בְּרִיחֶ֑יהָ

Hij heeft haar grendelen

מַלְכָּ֨הּ

haar koning

וְ

-

שָׂרֶ֤יהָ

en haar vorsten

בַ

-

גּוֹיִם֙

zijn onder de heidenen

אֵ֣ין

-

תּוֹרָ֔ה

er is geen wet

גַּם־

-

נְבִיאֶ֕יהָ

haar profeten

לֹא־

-

מָצְא֥וּ

vinden

חָז֖וֹן

ook geen gezicht

מֵ

-

יְהוָֽה

van den HEERE


[Teth.] Haar poorten zijn in de aarde verzonken; Hij heeft haar grendelen verdorven en gebroken; haar koning en haar vorsten zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten vinden ook geen gezicht van den HEERE.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!