SV | [He.] Die lekkernijen aten, versmachten [nu] op de straten; die in karmozijn opgetrokken zijn, omhelzen den drek. |
WLC | הָאֹֽכְלִים֙ לְמַ֣עֲדַנִּ֔ים נָשַׁ֖מּוּ בַּחוּצֹ֑ות הָאֱמֻנִים֙ עֲלֵ֣י תֹולָ֔ע חִבְּק֖וּ אַשְׁפַּתֹּֽות׃ ס |
Trans. | hā’ōḵəlîm ləma‘ăḏannîm nāšammû baḥûṣwōṯ hā’ĕmunîm ‘ălê ṯwōlā‘ ḥibəqû ’ašəpatwōṯ: |
[He.] Die lekkernijen aten, versmachten [nu] op de straten; die in karmozijn opgetrokken zijn, omhelzen den drek.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
[He.] Die lekkernijen aten, versmachten [nu] op de straten; die in karmozijn opgetrokken zijn, omhelzen den drek.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!