SV | En [dit] zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de zevende maand, op den tienden der maand, uw zielen verootmoedigen, en geen werk doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert. |
WLC | וְהָיְתָ֥ה לָכֶ֖ם לְחֻקַּ֣ת עֹולָ֑ם בַּחֹ֣דֶשׁ הַ֠שְּׁבִיעִי בֶּֽעָשֹׂ֨ור לַחֹ֜דֶשׁ תְּעַנּ֣וּ אֶת־נַפְשֹֽׁתֵיכֶ֗ם וְכָל־מְלָאכָה֙ לֹ֣א תַעֲשׂ֔וּ הָֽאֶזְרָ֔ח וְהַגֵּ֖ר הַגָּ֥ר בְּתֹוכְכֶֽם׃ |
Trans. | wəhāyəṯâ lāḵem ləḥuqqaṯ ‘wōlām baḥōḏeš haššəḇî‘î be‘āśwōr laḥōḏeš tə‘annû ’eṯ-nafəšōṯêḵem wəḵāl-məlā’ḵâ lō’ ṯa‘ăśû hā’ezərāḥ wəhagēr hagār bəṯwōḵəḵem: |
En [dit] zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de zevende maand, op den tienden der maand, uw zielen verootmoedigen, en geen werk doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En [dit] zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de zevende maand, op den tienden der maand, uw zielen verootmoedigen, en geen werk doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!