Aantekeningen bij de Bijbel: Leviticus 19:18

Leviticus 19:18

SV	Gij zult niet wreken, noch [toorn] behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de HEERE!
WLC	לֹֽא־תִקֹּ֤ם וְלֹֽא־תִטֹּר֙ אֶת־בְּנֵ֣י עַמֶּ֔ךָ וְאָֽהַבְתָּ֥ לְרֵעֲךָ֖ כָּמֹ֑וךָ אֲנִ֖י יְהוָֽה׃
Trans.	lō’-ṯiqqōm wəlō’-ṯiṭṭōr ’eṯ-bənê ‘ammeḵā wə’âaḇətā lərē‘ăḵā kāmwōḵā ’ănî JHWH:

Algemeen

Gij zult niet wreken, noch [toorn] behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de HEERE!

Gij zult niet wreken, ook in de zin van niet persoonlijk wraak nemen (de bloedwraak).
noch [toorn] behouden, geen wroeging blijven houden.
tegen de kinderen uws volks, deze reeks wetgeving is gericht op de Israëlieten, vandaar dat dit specifiek wordt genoemd. Elders wordt gesteld dat ze ook de vreemdeling moeten liefhebben (Deut. 10:19) en waaruit blijkt dat deze tekst in meer of mindere mate ook voor de vreemdeling geldt. We mogen dan ook niet stellen dat met "uw naaste" alleen leden van het Israëlitisch volk bedoeld wordt.
gij zult uw naaste liefhebben als uzelven, Volgens een legende vroeg een niet-Jood aan rabbi Hillel of hij de Torah kon uitleggen en op één voet te staan. Hillel gaf als antwoord: "Heb je naaste lief als je zelf".